Ergerlijk
Door: Kiki van Beelen
Blijf op de hoogte en volg Kiki
12 Januari 2012 | Sierra Leone, Freetown
Voordat ik gisterenavond ging slapen ruimde ik even het een en ander op. Onder andere twee papiertjes van Moses’ rookwaren die in elkaar gefrommeld op tafel lagen, hup in de prullenbak. Moses sliep al eerder. Toen hij vanmorgen vroeg water ging halen heeft hij de prullenbak geleegd, wat hij meestal rond die tijd doet. Ik weet niet eens waar; ook in Lumly liggen grote hopen afval op verschillende plaatsen. Vanwege het nog steeds ontbreken van een vuilophaaldienst gaat er af en toe de brand in; je moet toch wat.
Toen hij ging trainen, rond zevenen, vroeg hij om de drieduizend Leones die hij op de tafel had gelegd. Oeps, ik heb me al eerder bij kaarslicht vergist in de hoedanigheid van daar liggende propjes, dus ik moest opbiechten dat ik ze weggegooid had.
Later vanochtend vertelde hij me dat hij tegen wat jongetjes had gezegd dat hij ‘the devils eye’ had en geld zag in een zak met afval op de hoop. De jongetjes gingen zoeken en vonden inderdaad de Leones en waren zeer onder de indruk. En hebben vervolgens de hele hoop afval doorgezocht.
Voor degenen die het zielig vinden: het is voor gemiddelde lokale begrippen best wel een aardig bedrag. Wij vonden het komisch.
Een paar dagen geleden zat ik na een vroege strandwandeling met de TV aan mijn spijkerbroek op te lappen. Ik viel middenin een programma over klimaatsveranderingen, en zag enkele Amerikaanse studenten in een klaslokaal discussiëren over het belang van bewustwording daarvan in de derde wereld. ‘We moeten ze leren er mee om te gaan’ zei er één. Een ander vond dat dat niet perse leren zoals in het onderwijs dat zij kenden hoefde te zijn; dat leren waarderen van de natuur minstens net zo belangrijk was. En toen ging er een alarmbel af in mijn hoofd.
Daar zaten ze, opgegroeid in één van de meest vervuilende landen ter wereld met een overheid die het vertikt om de broeikasgassen aan te pakken, waarschijnlijk allemaal met hun eigen benzine slurpende car naar de plek van opname gekomen.
Ik dacht aan de jonge mensen die ik ontmoet heb, zowel hier als in Kenya, die dolgraag een beroepsopleiding zouden willen doen maar daar geen enkele kans op hebben en wanhopig op zoek zijn naar werk. Aan jongeren in Nederland die met een studie beginnen en na enkele maanden tot de conclusie komen dat het toch niet precies was wat ze dachten, en dan maar switchen, veel makkelijker dan hoe de dagelijkse maaltijd door de gemiddelde Afrikaan op tafel wordt gezet.
‘Countries have to learn about the consequences of their behaviour.’ De ontwikkelingslanden moeten dus hun emissies die bijdragen aan het broeikaseffect gaan reduceren, en efficiënter omgaan met energie. Er wordt voor 53 miljoen dollar de volgende drie jaar gewerkt aan een analyse van het probleem, aan informatieverstrekking en aan maatregelen ter plekke ‘to combat climate change’.
Op het moment dat de rol van de Wereldbank in het project zou gaan worden uitgelegd ging gelukkig de stroom uit.
‘We black people are wicked’ zei een man op het land tegen me. Kijk maar hoe corrupt de zwarten zijn en hoeveel beter ‘the white’ het doen. Het was zeker niet voor het eerst dat ik deze ontstellende conclusie hoorde.
Hij vroeg me hoe hij in Europa terecht kon komen; hij is een ervaren metselaar.
‘Europe doesn’t want people like you.’ Europa wil hooguit goed opgeleide mensen voor een laag salaris of voetballers en marathonlopers, Afrikaanse wildparken waar de inheemse bevolking zonder pardon is uitgezet voor romantische vakanties met een oergevoel en Afrikaanse emissierechten.
Ondertussen worden samenlevingen verziekt door witte betweters in alle soorten en maten die wat geld van donoren rondstrooien, wordt Afrika zoals in de tijd van de slavernij, de koloniale overheersing en de postkoloniale periode met medewerking van de ‘democratisch’ gekozen Afrikaanse leiders leeggejat door niet Afrikaanse ondernemers en is er een enorme landroof met bijbehorende deportaties gaande door niet Afrikaanse landen op zoek naar landbouwgrond.
En dan sla ik maar even alle ellende dankzij de vloedgolf van witte wapens die Afrika na de koude oorlog overspoelde over. Wapens die vooral in handen kwamen van mensen die niet de kans hadden gekregen zich te ontwikkelen of een enigszins stabiele maatschappij op te bouwen in jonge naties die na een koloniaal regime van ‘verdeel en heers’ de botsende belangen van hun bevolkingsgroepen binnen volstrekt onlogische grenzen moesten zien te harmoniseren.
Hoewel ík het jammer vind wanneer twee gigantische bomen sneuvelen voor een wegverbreding, dat de weg naar het schiereiland niet meer door woeste bush gaat met metershoge kamerplanten die ik van Nederland ken, dat ‘The African sky’ ‘s nachts niet altijd meer die overweldigende sterrenpracht laat zien door lichten van auto’s en woningen, dat de romantische rieten hutten plaats gaan maken voor stevige huizen, dat er olifanten worden afgemaakt omdat ze een ramp zijn voor plaatselijke boeren, dat er misschien een snelweg komt door het Serengetti Park die een zegen zal zijn voor de afzetmarkt van Tanzaniaanse vissers, en ik iedereen van harte een prachtige vakantie gun overweeg ik toch om over zes jaar te gaan voor een Sierra Leoons paspoort – dat kan dan - om de boodschap van Marcus Garvy, ‘Africa for the Africans’, te pas en te onpas te gaan verkondigen.
Om nog positiever te eindigen: vanmiddag heb ik voor het eerst de buurt rond ons land verkend.
Toen we met de Sunny vlakbij onze plek waren riep Moses een Okada en ik stapte achterop. Na een kwartiertje over een erg hobbelige, kronkelende weg met meer bebouwing dan ik verwacht had kwamen we aan bij het strand. Ik stapte af en nam de laatste bocht die me van een ‘oceanview’ scheidde, en zag een smal strand met een stuk of tien vrachtwagens en veel mannen er omheen die ze aan het volscheppen waren met zand. Daarachter de blauwe zee, en voorbij de vrachtwagens een veelbelovende smalle witte strook, het was vloed.
Er liep een voetpad langs een dorpje van verspreide rieten hutten dat wat hoger lag dan het strand. Daarover liep ik de eerste halve kilometer zuidwaarts, tot verrassing van de aanwezige bewoners. Eerst de bekende ‘Eeh??’s, dan een luid ‘How de bodi?’ De bodi fine!, er was een koele zeewind en ik kon al snel naar het strand afdalen. Ik liep daar drie kwartier zonder dat ik iemand tegenkwam, behalve wat vissers die pas waren begonnen met het inhalen van hun net. Ook daar verbazing; ik legde uit dat ik in Mambo Village ging wonen en wat aan het rondkijken was. Ik kreeg een stevige handdruk, wenste hen succes en naderde een mangrovebos met kreekjes pal achter het strand. Op het strand stonden wat gebleekte restanten van bomen. Moses belde: ‘Where are you?’ - ’On the beach; it’s beautiful!’
Toen ik in de verte weer een huis zag ben ik even gaan zitten en besloot toen terug te gaan. Weer in de buurt van het begin van mijn wandeling vroeg ik een meisje of ik dwars over kon steken naar de hoofdweg, hemelsbreed zo’n twee kilometer. Ze wees me een paadje dat al snel overging in een riviertje, nog steeds mangroves overal. Ik hoorde wat stemmen verderop en kwam bij een groep spelende kinderen en een paar wassende vrouwen. ‘Kan ik hier langs naar de weg?’ Dat kon, dus onder escorte van een groep van twaalf jongens van ongeveer zeven tot veertien jaar oud, waarvan er slechts vier een broekje droegen trok ik door de mangroves. Wanneer het water wat dieper werd voelde ik aan mijn linkerbeen handen die mijn broekspijp oprolde, en aan mijn rechterbeen andere handen die hetzelfde daar deden. Van achteren werd even liefdevol door mijn haar gestreeld; dat moest één van de oudsten zijn.
‘What’s your name?’ ‘Kiki.’ ‘Can you spell that?’ Ja, dat deed ik. ‘Can you spell Mohammed?’ Ook dat kon ik, evenals alle andere namen die ik inmiddels weer vergeten ben, direct luidkeels in koor gecorrigeerd wanneer ik het fout deed. Eén jochie pakte mijn hand, een ander wees me op de beste route en we hadden veel plezier. Dichter bij de hoofdweg waren akkers. In eerste instantie reageerden de mensen daar afwerend op de jongens. ‘No, they assist me!’ Dan was het goed en zelfs leuk.
Natuurlijk wilden ze money toen we bij de weg waren. Ik heb de oudste Le 5.000 gegeven en beloofd dat ik terug zou komen, en wanneer hij het niet met de anderen had gedeeld een flink pak slag zou geven.
Ik moest nog even goed kijken waar precies de afslag naar ons land was, maar met een Okada ging ook dat prima. Daar passeerde ik mensen die ik inmiddels herken en soms zelfs bij naam ken, zoals Wandi Wandi die heeft meegewerkt aan de blocks. Een lieve wat oudere man met een altijd blij gezicht die me aan broeder Beatus uit Mariënweide doet denken.
Op ons land was het een drukte van belang want het wordt ommuurd; gebruikelijk daar en toch wel handig al met al wanneer ons wagenpark er ‘s nachts veilig moet staan. Moses zat wat ongerust achter het panhouse, hij had me nog drie keer gebeld maar dat had ik niet gehoord omdat mijn telefoon stiekem op de silent mode was gegaan. Hij had een zakje gemberijs en een broodje voor me.
De kippen scharrelden verbaasd door de greppels voor de fundamenten van de muren. Naast de twee puppies die we deze week uit Lumly hadden meegenomen liepen er nog twee pups rond tot grote ontsteltenis van Robbie. Mieke is alweer behoorlijk snel, vooral wanneer er wat wordt rondgestrooid. De kuikens gaan steeds meer hun eigen gang, en de jonge aanvankelijk roze duif die ik in gedachten ‘Hope’ noem krijgt een steeds voller wit verenpak.
Kumba had gekookt en bracht ons een pannetje rijst met nog iets, wat we met de pups die al onder Robbie op zoek waren gegaan naar eten en de kippen hebben gedeeld.
-
13 Januari 2012 - 12:37
Nel:
Bedankt weer voor je mooie/goede verhaal. Hopelijk opent het de ogen van velen. Idd: Africa for the Africans. De 'rijke landen zouden de hand in eigen boezem moeten steken. Jouw verhaal leert me steeds beter dat de wereldeconomie helaas alleen maar om het grote geld draait, rijken rijker worden en armen armer, terwijl in de tussentijd het welzijn van veel mensen met sprongen achteruit gaat. 'Ontwikkelingswerk' kan op veel manieren geschieden. Jij en Moses zijn hier een voorbeeld in.
Het strand zie ik in gedachten voor me....like River nr.2? -
13 Januari 2012 - 23:08
Marry:
nou kiki dat was een heel verslag als ik het zo lees doen julie heel veel voor die mensen daar ik lees het graag en volgt ik wens jou en je man veel sterkte met alles is je huis al kaar veel groetjes van ons uit zwanenburg en sterkte -
20 Januari 2012 - 16:37
Trudy De Boer:
Hee Kiki,
Wel een beetje aan de late kant maar goed wat maakt het uit. Ik heb weer genoten van je verhaal. Over Amerika maar ook over het zo verlaten witte strand. En de duif die er bij nader inzien toch anders uit ziet dan van te voren gedacht.
Hartelijke groeten uit een somber, grijs, regenachtig en winderig Katwijk (maar wel prachtige wolkenluchten)
Dag!!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley